Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Manier]

MANIER, z.n., vr., der, of van de manier; meerv. manieren. Een woord, waarmede zoo wel de aard en wijs over het algemeen, als ook in het bijzonder de aard en wijs der gebaren, en deze gebaren zelve aangeduid worden: zich allerhande belagchelijke manieren aanwennen, zoo wel zeden als gebaren. Iemand goede manieren leeren. Dat is geene manier van doen. Op eene andere manier. In geenerlei manieren. Gewoonte, gebruik: het is nu de manier, zoo gekleed te gaan. Hij heeft voor eene manier, enz. De manier is bij den beel-

[pagina 32]
[p. 32]

denden kunstenaar de hem eigene wijs van uitvinden en uitvoeren. Zij is in de kunsten datgeen, wat in de fraaije wetenschappen de stijl of schrijfwijs is: een schilderstuk in de manier van Rubbens. Van hier manierlijk, manierlijkheid. Zamenstell.: onmanierlijk; ook het bedr. w. manieren, goede manieren leeren: in het manieren, regelen en zedevormen der leergierige jongkheit. Vond. Van hier gemanierd, moratus, bij Kil., wel gemanierd.

Manier, hoogd. manier, eng. manner, middeleeuw. lat. maneries, sp. manera, ital. maniera, fr. maniere, uit welk laatste woord het schijnt ontleend te zijn; schoon Ten Kate het tot het oude manen, mannen, aanmanen, aanvoeren, brengt. Zie maan - het lange halshaar der paarden enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken