Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Mijt]

MIJT, z.n., vr., der, of van de mijt; meerv. mijten. Kaasworm, anders meluw genaamd: de verhevenste Engel zou niet min, dan de bijna onzichtbare mijt, in het niet wederkeeren. Hamelsv. Men vindt haar ook in meel. Van hier mijterig: mijterig meel. Oneig., in de dagelijksche taal: hij ziet er mijterig uit. Men gebruikt het van iemand, die er zeer ongezond uitziet, of die, uit armoede, een ellendig voorkomen heeft.

Dit diertje heet in het hoogd. miethe, middele. mita, fr. mite, eng. mite, deen. mid. Hesychius verklaart μιδα (of naar anderen μιδας) θηριδιον διεσθιον τους ϰυαμους, een diertje, dat de boonen in stukken knaagt. Het

[pagina 92]
[p. 92]

woord schijnt van eenen oorsprong met made en mot te wezen. De kleinheid der mijt wordt, door haren naam en door den fijnen klinker i, aangetoond; daar made en mot eenen groveren klank vormen, gelijk zij ook veel grooter van ligchaam zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken