Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Mijter]

MIJTER, z.n., m., des mijters, of van den mijter; meerv. mijters. Een spits toeloopend sieraad, dienende tot een hoofddeksel: met witten mijter. Vond. Wij gebruiken het bijzonder van den hoed, welken een bisschop, tot een teeken zijner hooge waardigheid, draagt: den mijter opzetten. Voor de bisschoppelijke waardigheid zelve: den mijter verwerpen. Hooft. Het gedrevene fieraad op een zilveren of gouden boekbeslag draagt dienzelfden naam. Zamenstell.: mijterberg, bij de Dichters, voor den zangberg, anders mijterparnas, omdat hij twee kruinen heeft, even als een mijter twee punten - mijterberggodinnen, zanggodinnen - mijterdragend, mijterdrager, dichtkundig woord voor bisschop, bij Vond. ook mijterdrig. Van hier het bedr. w. mijteren, met eenen mijter sieren, welks deelw. gemijterd voornamelijk in gebruik is: een gemijterd hoofd. In 't gemijtert Uitrecht. Poot. Het kan, of met het vorige woord mijt, eenen oorsprong hebben, of onmiddellijk van het lat. mitra, gr. μιτρα afstammen. Mitra was, bij de Ouden reeds, een hoofdhulsel. Scaliger houdt het voor een sijrisch woord, in het hebr. מיתר. Adelung

[pagina 93]
[p. 93]

leidt het, met muts, van het oude mutsen, angels. mithan, bedekken, af.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken