Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Moesjanken]

MOESJANKEN, onz. w., gelijkvl. Ik moesjankte, heb gemoesjankt. Een woord, dat, in de gemeenzame taal alleen, gebruikt wordt. Het is zamengesteld uit moes en janken. Dit moes, bij Kil. mose, beteekent allerlei onreinheid, drek, vuiligheid. In dien zin, komt het

[pagina 130]
[p. 130]

bij J. de Brune voor: een keersse, die uijtgaande stinckt, en niet naer en laet dan een vuijlen domp en een mooze van onreijnigheid. - Men ziet den ouderdom als de drabbe en de mooze. Van dit moze, dat, bij de Brune, te onregt, mooze gespeld wordt, is ons woord bemeuzelen, bemeuzeling, dat, bij Hooft, nog voorkomt en morsig maken beteekent. Voords heette moze, oudtijds, eene plaats, waar men allerlei vuiligheid uitwerpt; waar men vaten wascht. Zoo is, dan, mozejanken, moesjanken, het werk van honden, die bij een gootgat, waardoor men het vuile water der gewasschene vaten spoelt, janken, op hoop van een kruimeltje te vinden. Van hier gebruikt men het voor drentelen voor de deur van een meisje, den verliefde spelen. Van hier moesjanker. Bij Kil. is nog mösekoe, een butoor, een vogel, die graag bij vuile, slijkerige oorden is. - Mosemeijer, een opzigter op het stratendrek. Ondertusschen is moes, moos, moze uit eene bron, met moer, moeras. In het opperd. noemt men, daarom, een moeras moos, zw. mossa, krain. musga, bij Kil. mose.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken