Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Moor]

MOOR, z.n., m., des moors, of van den moor; meerv. mooren. Eigenlijk, een inwoner van het voormalige Mauritanie, het hedendaagsche Marokko. Met dien naam zijn zij den Europeers bekend geworden, sedert de agtste eeuw, toen dit volk, zich langs de geheele afrikaansche kust uitgebreid hebbende, van daar in het westelijke Europa eenen inval deed. Naderhand noemde men ook de Ethiopiers, wegens de bruine kleur, mooren. Onder dezen naam komen de laatsten, in de overz. van den Byb., meermaals voor. Wijders is een moor een mensch van eene zwarte kleur, kroes haar en dik van lippen, zoo als de bewoners van het zuidelijke Afrika: o vrekken, die uw hart verslaeft aen 't geen een moor uit d'aerde graeft. Poot. Van hier de spreekwijs: den moor, of mooriaan, schuren - wasschen, vergeefsch werk doen. Laet mij ook langer niet den Moor zoo vlijtigh wasschen. Poot. Oneig. noemt men blanke mooren (negers) menschen, door de Spanjaards Albino's genaamd. Voor moor zegt men ook mooriaan. Het vr. is moorin. Van hier moorsch: in het Moorsch gebergt. Poot. Zamenstell.: mooros, zwarte os, moorendans, moorenland, moorman, moorpaard, pikzwart paard. Het stamt af van het lat. maurus.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken