Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Muur]

MUUR, z.n., m., des muurs, of van den muur; meerv. muren. Een van steenen opgebouwde wand: met uwen muur. Hoogvl. Eenen spijker in den muur slaan. Een huis met bouwvallige muren. Met het hoofd tegen den muur loopen, zich, vruchteloos en tot eigen nadeel, tegen eene magtige zaak verzetten. In het bijzonder beteekent het den ringmuur eener stad, waarin, eertijds, de voorname sterkte bestond: de muren door stormladders beklimmen. Willigh, om daar voor te zijn, zoo men zich des, binnen de muuren, onderwond. Hooft. Die Thebes muuren boudt. Poot. Hierheen behooren de spreekwijzen: zoo vast als een muur, onwrikbaar vast. Hij staat als een muur, onverschrokken tegen dreigingen, verleidingen, omkoopingen of gevaren. Hij is als een koperen muur rondom hen, onder zijne bescherming zijn zij veilig. Verkleinw. muurtje. Van hier het werkw. muren, ik muurde, heb gemuurd. Eenen muur metselen: soo wanneer iemant mueren, metselen enz. wilt. Landtr. v. Ruerm. Zamenstell.: middelmuur, scheidsmuur, enz. - Muurbloem, muurbreker, muurgat, muurkalk, muurkroon, waarmede de Romeinen hem, die de eerste was, in het beklimmen van eenen stadsmuur, pleegden te versieren, muurkruid muurpeper, zeker gewas, muurtapijt, bij Poot, muurwerk enz. Oul. werden metselaars ook murers en muurlieden genaamd.

Muur, Otfr. mur, Notk. mura, Stryk. moure, hoogd. mauer, neders. müre, deen. muur, ijsl., zw., wallis., alban., pool. mur, fr. mur, muraille, lat. murus. Adelung brengt het tot het oude ma, hoog, diep, sterk, waarvan magt, mast, enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken