Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Nalaten]

NALATEN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Van het scheidb. voorz. na en laten: ik liet na, heb nagelaten. Bedr., na zijnen dood in de wereld achter laten: hij liet eene bedrukte weduw met agt kinderen na. Hij liet zijnen erfgenamen veel goed na. Hij heeft schulden nagelaten. De nagelatene vrienden. Ninus had eenen minderjaarigen zoon nagelaten. Bógaert. Die zoo groot een naam door zijne manhaftigheid bij d' Indianen heeft nagelaten. Bógaert. Overlaten: het schuim der aarde, dat alomme de wrange littekenen van zijne komste naliet. Bo-

[pagina 209]
[p. 209]

gaert. Figuurlijk, niet doen, verzuimen: ik zal mijnen pligt nimmer nalaten. Die syne weldadicheyt niet heeft nagelaten aen de levendigen en aen de dooden. Bybelv. Oudtijds gebruikte men het ook voor toelaten, toestaan. Onz., met hebben; laten staan: ik kan niet nalaten, u te waarschouwen. Als gy nalaat te beloven. Bybelv. De hand van een eerelijk mensch kan niet nalaaten te beeven. Sels. Doen nablijven: in geschrift heeft hij nagelaten, dat enz. Van hier nalatenis, bij Hooft, nalatenschap, boedel, nalatig, verzuimachtig, nalatigheid, nalating, verzuim.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken