Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Nat]

NAT, bijv. n. en bijw., natter, natst. Van een vloeijend ligchaam doordrongen, of ook slechts op de oppervlakte sterk bevochtigd. Men gebruikt het van water en waterachtige, vloeijende ligchamen, met uitsluiting van olie en soortgelijke vette dingen: met eenen natten doek opnemen. De grond is nog nat van den regen. Nat beregend. Zoo nat als eene kat zijn. Nat maken. Nat worden. Met natte wieken. Poot. Meerminnen nat van vlechten. Vond. Uw brief, nog nat van mijne tranen, ligt voor mij. Met natte wangen treuren. N. Versteeg. In eens Vlietgodts natte

[pagina 229]
[p. 229]

pruik. Poot. In verdere beduiding: nat weer. Natte dagen. Een nat jaar. Natte zomer, als het veel regent. Fig.: een natte broeder, schertsend, voor iemand, die op den drank verslingerd is. Zoo zegt men ook, in de gemeenzame verkeering: een broeder van de natte gemeente zijn. Van hier natheid, nattigheid. Zamenstell: natachtig, natgierig, genegen tot den drank, nathals, dronkaard.

Nat, neders. nat, natt, hoogd. nasz, dat met het gr. νοτιος, van νοτις, vochtigheid, en dit van νεειν, vlieten, naauw verwant is. In het middeleeuw. is noa een vochtige, moerassige oord, in wallach. notje een vloeibaar ligchaam. Bij de hebr. heet גזה besprengen. Het lat. nare, natare, en misschien udus, behooren hierheen ook.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken