Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Neus]

NEUS, z.n., m., van den neus; meerv. neuzen. Dat uitstekende deel bij menschen en vele dieren, onmiddellijk boven den mond, dat de zitplaats en het zintuig van den reuk is: eenen grooten, langen, dikken, stompen, platten, korten, kleinen neus hebben. Een haviks of keizers neus, die in het midden opwaarts gekromd is. Het riecken van den neus. Vond. Den neus snuiten. Neus en ooren afsnijden. Die zijnen neus schendt, schendt zijn aangezigt, die de slechtheid van zijne naaste bloedverwanten vertelt, spreekt zijne eigene schande. Uit den neus bloeden. Door den neus spreken, zingen. Daar de neus een zoo aanzienelijk deel van het gezigt is, zoo heeft dezelve aan vele spreekwijzen, in het gemeene leven, aanleiding gegeven. Iemand bij den neus hebben, leiden, hem met opzet eene valsche hoop geven, hem misleiden. Iemand eenen neus aandraaijen, of hem eenen wassen neus maken, hem eene leugen diets maken. Den Bijbel als eenen wassen neus draaijen, denzelven eigendunkelijk uitleggen, overeenkomstig met aangenomene begrippen. Dit wordt u voor den neus weggenomen, het genot van die zaak wordt u, in uwe tegenwoordigheid, benomen. Den neus gedurig in het vocht hebben, een liefhebber van den drank zijn. Dat gaat uwen neus voorbij. Zie voor uwen neus, zie regtuit. Het ligt vlak voor uwen neus. Iemand de deur voor den neus sluiten, dezelve sluiten in den oogenblik, dat hij binnen wilde treden. Hij stond op zijnen neus te kijken, het viel anders uit, dan hij zich gevleid had. Hij ziet niet verder dan zijn neus lang is, hij ziet niets vooruit. Iemand

[pagina 285]
[p. 285]

iets door den neus boren, hem iets ontfutselen. In het bijzonder, inzoover de neus het zintuig van den reuk is: eenen viezen neus trekken. Ik heb het reeds lang in den neus gehad, bemerkt. Iets in den neus krijgen. Iemand iets onder den neus, in den neus, ook door den neus wrijven, hem eene zaak onzacht verwijten. Zij ontzaaghen zich niet hem door de neuze te wrijven. Hooft. Den neus in alles steken, zich met alle dingen bemoeijen; van honden, die alles besnuffelen, ontleend. De neus in diens huishouding te steeken. Hooft. Den neus in schrift of bijbel steken. De Deck. Den neus over alles laten gaan, alles onderzoeken en beoordeelen. Die mosterd zou mij bij den neus krijgen, eene sterke prikkeling in mijnen neus veroorzaken. Iemand bij den neus krijgen, hem bedotten. Insgelijks, inzoover zich eenige gemoedsbewegingen door den neus openbaren. Den neus optrekken, ten teeken van hoogmoed, schimp of hoon. Hij kwam er met eenen langen neus af, met beschaamdheid over het afslaan van zijn verzoek. Dit noemt men ook: eenen neus krijgen, eenen langen neus halen, of krijgen. Oneigenlijk, noemt men andere dingen, die vooruitsteken, met den naam van neus. Zoo zit aan eene duister brandende lamp een neus. Een schoen, een slot hebben hunnen neus. Van een schip zegt Bogaert: het wierd met de neus in zee gedrongen. Bij Kil. komt het uitstekende deel van een voorgebergte, dat in zee schiet, onder den naam van neus voor. Adelung vergelijkt hiermede het gr. νησος, dat ook een schiereiland beteekent, dat met eenen hoek in zee steekt. Het zw. näs en angels. naesa werd, van de vroegste tijden af, voor een voorgebergte gebruikt. In Engeland eindigen, daarom, vele eigene namen van voorgebergten en plaatsen, aan voorgebergten gelegen, op ness. Verkleinwoord neusje. Dat is het neusje van den zalm, een lekker beetje. Zamenstell.: neusballetje, tip van den neus, neusbeen, neusdoek, neusdruip, (neusdrop) neusgat, neusgezwel, neushaar, neuskijker, matroos, die op den neus van het schip past, neuslok, (bij L. Meyer ook neusloch) neusnijper, kaproen, neusloos, neusscheidsel, neuswijs, die veel ingebeeld verstand en doorzigt, zonder behoorlijke voorzigtigheid, kijken laat, lat. nasutus, - neuswijsheid. Men keert het ook om, en zegt wijs-

[pagina 286]
[p. 286]

neus, neders. wiesnäse. Andere zameng. zijn: brilneus, dompneus, druipneus, langneas enz.

Neus, oul. bij ons ook nase, nose, waarvan naseloch, naselock, voor neusgat, Byb. 1477. Bij R. Maur. nasa, hoogd. nase, neders. näse, angels. nese, eng. nose, zw. näsa en nos, ijsl. nos, pool. en boh. nos, krain. nus, zelfs in Nieuwguinea nisson. Het komt, met het lat. nasus, uit eene bron. Dit deel des ligchaams schijnt, van het in - en uitsnuiven van de lucht, naar den klank zijnen naam ontleend te hebben. In zw. is nosa blazen, snuiven, oudhoogd. nasen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken