Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Nog]

NOG, voegwoord van zamenbinding, om de voordduring van eene tegenwoordige handeling te beteekenen, voor tot hiertoe: ik weet het nog zeer wel. Zijt gij nog boos? Van dat zelve verstand ben ik noch. G. Brandt. Met nadruk plaatst men het ook vooraan: nog leef ik. Nog is het tijd.

Men plaatst het ook, in den verhevenen stijl, bij deelwoorden: hij toonde ons zijne nog bloedende wonden. Ook staat het bij bijwoorden: ik heb hem gisteren nog gesproken.

Somtijds plaatst men het bij den toekomenden tijd; alhoewel het, dan, een bijwoord van opklimming schijnt te zijn, als: hij zal nog komen. Ik zal hem nog wat wachten. Wat zal er nog van u worden? Zoo dikwijls het ontkennende woordjes bij zich heeft, beteekent het tot dezen tijd toe: hij is er nog niet. Niemand heeft hem nog gezien. Hij heeft nog nooit gelagchen. Hij is nog geen tien jaren oud.

Men gebruikt ook, in den gemeenzamen stijl, tot nog toe. Poot heeft tot nog.

Oudtijds bezigde men dit nog als een voegwoord, dat eene tegenstelling aanwees, voor evenwel: ick en sant de

[pagina 306]
[p. 306]

Propheten niet; noch liegen sij: ick en sprack niet tot hen; noch propheteerden sij. Doreslaer. Wij gebruiken het somtijds ook zoo: gij bevindt u in die akelige omstandigheden; en kunt gij nog schertsen? Zoo vindt men ook bij Vollenh.: denk zoveel duizenden van jaren, als er zant aen het zeestrant is; noch blijft de eeuwigheit even onendig. Voords, is het een bijwoord van opklimming, van vermeerdering. Het doet een getal, of eene meenigte, toenemen: daar noch bijquam zijne verkeering met enz. G. Brandt. Voeg nog hierbij, dat enz. Ik heb u nog wat te zeggen. Ik blijf nog eenige maanden in de stad. Vooral met telwoorden: nog eens. Nog eenmaal. Ik bood hem nog tien gulden. Met den vergelijkenden trap: dat zal mijne smert nog heviger doen worden. Voorboden van nog zwaarer rampen. Frantzen. Met noch vreeslijker moortgeweer woeden. Vollenh. Dikwijls vermeerdert het ook de kragt van andere bijgevoegde woorden: het is nog lang geen tijd. Al is hij nog zoo geleerd, hij kan evenwel enz. Al doet men mij nog zoo vele verwijtingen. Gij, nog veel minder ik enz.

Ook heeft het de kragt, om de gansche uitspraak te versterken: ik zeide het u immers nog bij mijn heengaan. Dat laat zich nog hooren!

Als voegwoord komt het bij de oudste duitsche Schrijvers voor, die het noh spellen, neders nog, nah. In de beteekenis van den tegenwoordigen tijd brengt Adel. het tot de verwantschap met na, nu en nieuw. Als bijwoord is het bij die oudste Schrijvers ook noh gespeld, neders. nog en noch. Misschien behoort het, door de voorz. van de n, die de beteekenis niet verandert, tot den wortel ook. Hieruit blijkt, dat de spelling van noch, een ontkennend woord, en nog, een voegwoord van tijd en bijw. van opklimming, niet zoo zeer op de afstamming, als wel op een, thands bijna eenparig aangenomen, gebruik der netste Schrijvers gegrond is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken