Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[O]

O, een geluid, waardoor wij, op eene natuurlijke wijs, onze gewaarwordingen uitdrukken. Het is een teeken (1) van verwondering, in het algemeen: o, welk een man! van vrolijke, aangename verwondering: o, welk eenen schat heb ik daar aangetroffen! van verwondering, met onaangenaamheid vergezeld: o hemel! moet ik die schande beleven? Een teeken (2) van iedere aangename gewaarwording: o bekoorlijke avondstond! (3) van elke onaangename gewaarwording: o gij kint des duyvels. Bybelv. O, ontrouwe vriend: Een teeken (4) van eenen wensch, van medelijden, van vurige begeerte: o, dat gij wijs waret! o, mogte ik dat nog beleven! o, hoe ellendig zijt gij! In den vertrouwelijken omgang, gebruiken wij het, (5) bij iedere verandering van ons gemoed: o, hoor nog ditmaal! o, ga zoo schielijk niet! Ook bedienen wij er ons van, schoon er geene beweging van het gemoed bij plaats heeft: o ja, dat weet ik wel. Eindelijk (6) is het een teeken van uitboezeming van het hart tot iemand, bij allerlei gewaarwordingen: o God! gij zijt mijn toeverlaat. Psalmber. Men plaatst dit tusschenwerpsel ook wel achteraan: hij is zoo schoon, o! Men plaatst bij dit tusschenwerpsel, gemeenlijk, eenen eersten naamval, die, eigenlijk, niet door dit tusschenwerpsel, maar door de betrekking, waarin de persoon of zaak staat, bepaald wordt: men neemt, daarom, ook andere naamvallen, als den derden: o, mij ellendigen is dit ontrukt! Eenen vierden: o, wat ramp beleef ik nog! J. de Deck. bezigt het met eenen vierden naamval, zonder de beheersching vn eenig werkwoord:

[pagina 326]
[p. 326]

o, mij verouderden, mij afgequijnden man! - O kerckelijken trek!

Dit tusschenwerpsel, als door de natuur zelve uitgewerkt, is bijna in alle talen o, oh. Het hebr. אוי, het gr. οι, het lat. eheu, ons ach en och zijn daarmede naauw verwant.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken