Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Ontlaten]

ONTLATEN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Van het onscheidb. voorz. ont en laten: ik ontliet, heb en ben ontlaten. Bedr., los laten, loopen laten: (zij) ontliet haer' schoone twee bewegelicke kraenen. Huygens. Daer zich de stroomkruik in zee ontlaet, zegt Anton., in eenen wederkeerenden zin. Anders is het in die beteekenis verouderd. De smeden gebruiken het nog in eenen bedrijvenden zin, als zij staal ontlaten, dat is, hetzelve, wanneer het te zeer gehard is, boven een zacht vuur weeker maken. In dien zin zegt Hoogvl.

 
- - - Mijn harnasplaten,
 
In Gods genadebron gehardt, en nooit ontlaten.

Oneig., vermurwen, zacht en gedwee maken: dien zij zijn' kroeze zinnen alzoo t' ontlaaten weet. Hooft. Onz., met zijn; week worden, als men van den aanvang van eenen zachten dooi spreekt: het is ontlaten weer. Het weer begint wat te ontlaten. Door 't ontlaaten der sneeu. Hooft. Terwijl de kruiden uit d'ontlate velden schieten. Poot. Van hier: ontlating.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken