Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Ontluiken]

ONTLUIKEN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Van het onscheidb. voorz. ont en luiken: ik ontlook, heb en ben ontloken. Bedr., iets, dat gesloten is, open doen: zij ontluikt den mont. Vond. Van hier wederk., zich openen: wat heeft zich menigwerf uw rijke guns ontloken voor mij in gift op gift! Poot. Openbaar maken, vertoonen: Milon wil aan ieder ontluyken, dat elk verhoeden zal zijn gaven te misbruijken. Vond. Den geest ontluiken gebruikte J. Cats voor denzelven vervrolijken. Naer dat hij buijten son en maen een werelt hadd' ontloken. D. Heins. Meest, echter, nemen wij het onzijdig: met zijn, in de beteekenis van langzaam opengaan. In dien zin zegt men het van oogen. Zoo gebruikt het J. de Haes: och! schiet gij zelfs geloken zulke lonken, Waer berge ik mij, ontluikt gij, voor uw vonken? Doch meest van bloemen, wier bladen zich, door warmte en regen, zacht ontwikkelen: waer ontlook oit een bloempje? Poot.

 
Daar morgendaeuw, als perlen, leit
 
Bij droppels hier en daer gespreit,
 
Op roozenbladen frisch ontloken. Vond.

Rozen, die 's morgens versch ontloken blozen. J. de Haes. Van eene plaats, waar bloemen en gewassen staan: dan ontluiken hof en heiden. Poot. Oneig.: mijn hart ontluikt hier met de rozen. J. de Haes. Van het licht, dat

[pagina 555]
[p. 555]

aan de kimmen kriekt: 's lichts jeugt, gansch lief, in 't hel ere oost, ontloken. Poot. Als de dageraet van uw genade zal ontluiken. H. Schim. Als 't jeugdig morgenlicht ontluikt. H. Schim. Laet heur uw genade ontluiken. H. Schim, Van hier: ontluiking. De ouden gebruikten dit woord ook gelijkvl. Dus zegt P. Scriverius: zoo is die rechte naam ontluijkt. En H. Sweerts: Schoon de lente d'aard ontluijkte.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken