Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Ontsluiten]

ONTSLUITEN, bedr. w., ongelijkvl. Van het onscheidb. voorz. ont en sluiten: ik ontsloot, heb ontsloten. Dat gesloten is, met eenen sleutel, of anderzins, los maken, open doen: ik had mijn huis nog niet ontsloten. De Pais ontsluit haer schatkist niet. Vond. Dat opgesloten is, los laten: de gevangenen ontsluiten. Dat bedekt is, ontdekken: wilt gonstelijk ontsluiten de korst. Vond. De dooze is ontsloten. De Brune. Dat toegeknepen is, ontwikkelen: uw hant is voor mij ontsloten. Poot. De bloem ontsluit zich door de zon. Dat met zijne einden aan elkander raakt, van elkander scheiden: eenen kring ontsluiten. De smert der weduwlijke staet ontsloot den weduwnaer haer armen. K. Brandt. Dat door eenen slagboom, of anderzins, geschut is, open maken: die hunne havens ontslooten heeft. G. Brandt. Oneig., ontdekken: zijn hart voor iemand ontsluiten. Ontvouwen, uitleggen: als hij d'orakelen ontsloot van 't Heilverbont. J. de Haes. Van hier: ontsluiter, ontsluiting.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken