Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 594]
[p. 594]

[Ontucht]

ONTUCHT, z.n., vr., der, of van de ontucht; zonder meerv. Het tegendeel van tucht. Daar het eigenlijk misschien zoo veel als teugelloosheid beteekent, kan het in eenen figuurl. zin zedeloosheid, onbetamelijkheid, ongevoegelijkheid, losbandigheid enz. te kennen geven. In dien zin komt het werkwoord ontuchten (onttuchten) bij J. de Brune voor: het schoolvolck sich ontucht. In de Monseeis. Glossen is unzuht een oproerig gedrag; ook lichtmisserij. In het oude Straatsburger Stadsregt heet unzucht storing van de openbare rust. Wij verstaan er door, in eenen bepaalden zin, eene overschrijding van de palen van eerbaarheid, in het voldoen van zijne driften; hoererij. Men gebruikt het meest van personen, van welken de eene of andere getrouwd is: in ontucht leven. Ontucht plegen. Iemand tot ontucht verleiden. Het komt ook voor in den zin van beestachtige voldoening van zijne lusten; zelfs in den echt: om ontucht willen vrouwen nemen. Doresl. Van hier: ontuchtelijk, ontuchtig, ontuchtigbaar, bij Hooft, ontuchtigheid. Van on en tucht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken