Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Oorlog]

OORLOG, z.n., m., vr. en onz., des oorlogs - der oorlog, of van den - de - het oorlog; meerv. oorlogen. Een openbare krijg, door het eene tegen het andere volk, om verscheidene redenen, gevoerd, waar elke partij hare vermeende regten door wapenen zoekt te handhaven: een zware - regtvaardige - langdurige - hevige oorlog. Daarop borst een felle oorlog te water en te lande uit. Hieruit ontstonden lange en bloedige oorlogen. Iemand den oorlog verklaren. Ten oorlog werven - toerusten. Ten oorlog opschrijven. Iemand den oorlog aandoen. Oorlog voeren. Ten oorlog dienen. In den oorlog dienen. Ten oorlog varen - gaan.

Dit woord komt bij de schijvers in alle geslachten voor. In het mannel.: de slavernij van den oorlog. Hoogvl. Al 't gewelt van den oorlog. Hooft. Den oorlog zweren. Hoogvl. De klaroen blaest den oorlog. Vond. In het vrouw.: 't uitbarsten deezer oorloge. Hooft. Hachlijkheit der oorloge. Hooft. Daer is raet ende macht tot de oorloge. Bybelv. In het onz. gesl.: en bannen 't oorelogh ten lande uit en uit zee. Moon. Leg aen bant 't oorlogh. Moon. Het oorelog verkonden. Hoogvl. Van een volschaapen oorlog. Hooft. Also lange alsse dat oerloge onversoent ware. Zoenbr. van Herm. v. Woerden, 1287. Dit geslacht wordt, doorgaans, bij M. Stoke gevonden. Voor het jaar 1623 was dit woord, gewoonlijk, van dit onz. gesl.; zoo, nogtans, dat de Hoogleeraar. A. Kluit, in eene aanteek. op dit woord, in de Lijst van Hoogstr., zeer waarschijnlijk gemaakt heeft, dat het vrouwelijke het oudste geslacht is. Onze ooren zijn, thans, meest aan den oorlog gewend: die de rampen der oorlog zegt en schrijft, is niet van eigenzinnigheid vrij te pleiten. Zam.: oorlogsbedrijf, oorlogsbliksem, een geducht krijgsman: twee oorlogsbliksems. De Cock. - Oorlogsbonk, een, die op een oorlogsschip vaart, oorlogsdaad, oorlogsdeugden, oorlogs-

[pagina 674]
[p. 674]

fakkel, oorlogsgezel, oorlogsgezind, oorlogsgod, Mars, Mavors, oorlogsgodin, Minerva, oorlogsheld, oorlogsjagt, oorlogskans, oorlogskop, bij Moon., oorlogslast en oorlogslasten, oorlogslof, krijgsroem, oorolgsmoed, oorlogsnacht, bij G. Bidloo, oorlogspaard, oorlogspest, dichterl. woord, oorlogsramp, oorlogsregt, oorlogsschip oorlogstijd, oorlogsvaan, oorlogsvloot, oorlogsvolk, oorlogsvuur, oorlogszaken, oorlogzuchtig. enz. In andere zam. verkiest men liever krijg: als krijgsbende, krijgskunst, krijgslist enz.

Wat de afleiding van dit woord aangaat: Kil. verklaart het door overloge, dat is een groot verschil, van liegen, in den zin van verschillen: het liegt veel was, oudtijds, zoo veel als het verschilt veel. L. Ten Kate volgt dienzelfden leiddraad. Zoude, ondertusschen, het gevoelen van Mathias Martinius, het welk ik zie dat Adel. ook voor het zijne aanneemt, wel zoo van allen grond ontbloot zijn, als het in den eersten opslag schijnt? Dezelve leidt het af van leggen, dat is doen nederliggen, doen sneuvelen: immers laat dit monster zijnen aard best kennen aan het neervellen van zoo vele duizenden, die eene prooi zijner woede geworden zijn. Neemt men dit aan, dan is oor het voorz. er; en het wordt opgehelderd door het hoogd. den feind erlegen, den vijand afmaken, neersabelen, bij Vond. ook neerleggen. Dit wordt nog meer waarschijnlijk uit het angels. orleg, zw. örlig, eene slagting. Ihre neemt, daarom, de laatste helft dezes woords log, leg, lig, voor het oude lag, bij Ulphil. laug, waarvoor naderhand de sissende letter s gevoegd, en dat in slag veranderd is


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken