Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Opjagen]

OPJAGEN, bedr. w., ongelijkvl. Van het scheidb. voorz. op en jagen: ik joeg op, heb opgejaagd. In de hoogte jagen: iemand de trappen opjagen. Oneig. wordt het van andere dingen ook gebezigd: de wind heeft het water hoog opgejaagd. Doen zwellen, uitzetten: den buijck opjaeghen. Kil. Niemant en roeme zich in zijn groot en opghejaegt lichaem. J. de Brune. In de hoogte doen rijzen: toen kuische drift de vlammen opjoeg van een wettelijken brand. G. Bidloo. De gist van uwen drank

[pagina 720]
[p. 720]

jaagt veel gebreken op. G. Brandt. Aanzetten, aanvuren: welke spijt hun den moedt, met versche verbolghenheit, opjoegh. Hooft. In prijs doen rijzen: hij joeg dat boek hoog op. Tegen elkander opjagen. Van zijne plaats jagen, zoodat men met haast moet opstaan. Eig., eenen haas uit het leger opjagen. Iemand opjagen zegt men ook, oneigenlijk, van zulken, wien men onverwachts noodzaakt, zijne zitplaats, of gehuurde woning te verlaten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken