Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Opsteken]

OPSTEKEN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Van het scheidb. voorz. op en steken: ik stak op, heb en ben opgestoken. Bedrijv., op iets steken, bijzonderlijk in de hoogte: eene vlag opsteken, boven aan den mast vast maken. Hooi opsteken, op den zolder. Zij stak eene pluim op haren hoed. In de hoogte steken: het hoofd opsteken, figuurl., zich trotschelijk verheffen, zich veel laten voorstaan. Zijne vingers opsteken, figuurl. eenen eed doen. Zijne ooren opsteken, figuurl, aan 't razen en woeden raken. Eene keel als een klok opsteken, hard schreeuwen, bij Vond. Openen: een slot opsteken - eene deur opsteken. Ontsteken: een vat - wijn, bier opsteken. In de scheede steken: zijnen degen, zijn mes opsteken; ook enkel opsteken: steek op! Aansteken: eene kaars opsteken. Op

[pagina 751]
[p. 751]

nieuws steken, of opsnijden. Zoo plegen de plaatsnijders eene afgebruikte plaat op te steken. Onzijd., met zijn, aanwakkeren, toenemen: de wind stak geweldig op. Zich prachtig en boven zijnen staat kleeden: zij begint al te zeer op te steken; ook opsteken in kleeding. Om iets raden: willen wij er om opsteken? anders uitsteken. Sommigen bezigen, in het verled. deelw. opgesteken: hebben sij de hoofden opgesteken. H. de Gr Doch opgestoken is thands meest in gebruik. Van hier opsteker; ook voor een groot mes - en opsteker van de lantarens, anders lantarenopsteker - opsteking.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken