Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O (1804-1806)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. OToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (4.27 MB)

Scans (450.26 MB)

ebook (6.02 MB)

XML (2.77 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. M, N. O

(1804-1806)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Over]

OVER, bijw. en voorzetsel. 1. Bijwoord; aan de overzijde: hij woont daar regt over. Overig: tijd over hebben. Daar is geld over. Voorbij: het onweer was schielijk over. Zij liepen over en weder. Over zijn, voor overgegeven zijn: de stad was reeds over. 2. Voorzetsel, het welk alleen met zijn naamwoord, of ook in zamenstelling met andere woorden voorkomt. Vooreerst beteekent het een zijn, of werken in de hoogte, met be-

[pagina 772]
[p. 772]

trekking tot een zich daaronder bevindend ding: over de deur liggen. Er hangt een onweer over de stad. Den eenen rok over den anderen aandoen. Hij sloeg de handen over zijn hoofd zamen. De zon zal niet weder over hem opgaan. Over hoop werpen. Hij viel hals over kop op den grond. De hand over iemand uitstrekken. Een' sluijer over zijn hoofd hangen. Over eenen steen springen. Over de markt gaan. Over de kling laten springen. De haren hangen hem over de ooren. Kom ik over den hond, dan kom ik over den staart, spreekwoord. Met iemand over weg zijn, in gezelschap van iemand reizen; van hier de spreekwijs: ik kan met hem zeer wel, of niet, over weg; zeer wel, of niet met hem omgaan. Figuurl.: tot over de ooren in de schulden steken. Vervolgens het voorwerp eener werkzaamheid: langen tijd over iets doorbrengen. Over weinig zijt gij getrouw geweest. Bybelv. Over eene zaak denken. Over zeker onderwerp prediken. Zijne gedachten over iets zeggen. Wijders den tijd dat men met eene zaak bezig is; waarvoor ook gedurende, onder en bij gebruikt worden: laat de zon niet over uwen toorn ondergaan, gedurende uwen toorn. Over (bij) den maaltijd viel niets van belang voor. Over dag, bij den dag. Inzonderheid, wanneer daarbij tevens de aanleiding der werkzaamheid, of de aanleidende oorzaak zelve bedoeld wordt: over dat zeggen ontstond eene hevige woordenwisfeling. Over iets in haat geraken. Iemand over iets geluk wenschen. Verder, wat aan gene zijde is en geschiedt: over de rivier wonen. Hij is reeds over de grenzen. Dikwerf duidt het een voorwerp van magt, heerschappij, toezigt en opmerkzaamheid aan: een heer over alles. Over iemand regeren. De zege over zijne vijanden behalen. Een wakend oog over iemand houden. Wijders het voorwerp eener gemoedsbeweging: zich over iets ergeren, verheugen, verwonderen enz. Over iets boos worden, klagen, schreijen enz. Zoo ook een grooter getal, maat en gewigt: over den gewonen tijd uitblijven. Het is reeds over tienen, tien uren. Over de helft. Heden over acht dagen, overlang of over kort. Over vele jaren, vele jaren geleden. Ten tweede in zamenstelling met andere woorden. Deze zijn, 1. voornaamwoorden en bijwoorden: overal, overeen, daarover, hierover, tegenover, voorover, waarover. 2. Naamwoorden, zoo bijvoegelijke als zelfstandige, terwijl het in zamenstelling met

[pagina 773]
[p. 773]

bijv. naamwoorden, eene soort van overtreffenden trap aanduidt, het welk bij al zulke zamenstellingen ligtelijk op te maken is, waarom wij die alle niet afzonderlijk zullen behandelen, als: overgroot, overluid, overoud, overtollig en vele anderen. Zoo ook met zelfstandige naamwoorden, als: overbuur, overhand, overhemd, overmoed, overrok, overvloed enz. 3. Werkwoorden, bij welke echter een merkelijk onderscheid plaats heeft. Eenige zijn onzijdig, of van nature, of door de zamenstelling; en bij deze valt de nadruk der uitspraak op het voorzetsel, het welk hier scheidbaar is, als: óverblijven, ik bleef over, óverhangen, ik hing over, óverloopen, ik liep over, enz. Andere, en wel de meeste, zijn bedrijvend, of hebben eenen vierden naamval bij zich; en in deze valt de nadruk op het werkwoord, en is het voorzetsel onscheidbaar: overdenken: ik heb het overdacht; zich overijlen: ik overijlde mij; iemand overvallen, overloopen: ik overviel hem, hij overliep mij. Dat het voorz. over, met een en hetzelfde werkw. zamengesteld, in sommige gevallen, dan eens scheidb. en dan weder onscheidb. is, blijkt uit het boven aangevoerde óverloopen: de ton liep over, en overlóopen: ik overloop niemand. Zoo ook óverwegen, nog eens wegen, ik weeg over, en overwégen, bepeinzen, ik overweeg.

Oul. werd dit over ook in de beteekenis van voor gebezigd: die Grave hilt dit over spel, d.i. voor spel, of jokkernij. Mel. St. Ick hielt u over mijn vrient, voor mijn' vriend. Seghel. Zoo zeide men ook voet over voet, voor voet voor voet. Insgelijks over niet, d.i. voor niet, vergeefs. Ook komt het voor in de beteekenis van boven: ende die man was groot over alle die van orienten. Byb. 1477. Zijn ooveraardigh vernuft. G. Brandt.

Dit oude voorzets. is reeds bij Ulphil. afar, ufar, Isidor. ubar, in het neders. over, över, äwer, hoogd. uber, angels. over, zweed. yfver, ofar, ivir, pers. aber, bij Kero juber, gr. ὑπερ, lat. super, supra, fr. sur. De hooge ouderdom van dit woord blijkt reeds uit het hebr. עבר, trans, over.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken