Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Peper]

PEPER, z.n., vr., der, of van de peper; zonder meerv. Ronde, of rondachtige zaadkorrels van verscheidene uitlandsche gewassen, die eenen brandend scherpen smaak hebben, en daarom als eene kruiderij gebruikt worden: zwarte peper, witte peper, lange peper, spaansche peper, enz. - peper halen, naar Oostindie varen, spreekw. - Hij moet om peper uit, hij moet naar Oostindie. Voorts wordt het vleesch van eenen haas, als het op eene bijzondere wijze, met veel peper, toebereid is, hazepeper genoemd. Van peper komt het werkw. peperen, met peper bestrooijen, of doorkneden: die worst is heet gepeperd. Overdragtiglijk, voor eenen hoogen prijs verkoopen: men heeft hem dit wel gepeperd, of heel duur verkocht. De zamenstell. zijn: peperachtig, peperboom, peperbus, peperdoos, peperduur, peperhuis, (een papier, om peper in te doen, misschien eene verkorting van papierhuis), peperkoek, peperkorrel, peperkruid, meer dan een slag van Europeesch plantgewas, dat den smaak van peper heeft, peperland, pepermolen, pepermunt, een kruid van een scherpen, brandenden smaak, pepernoot, peperplant, peperstruik, pepervogel, een braziliaanschen vogel, die zich met vruchten van den peperboom voedt, peperwortel, peperzak, enz.

Peper, gr. πεπερι, lat. piper, ital. pepe, pevero, fr. poivre, eng. pepper, deen. peber, boh. pepr, neders. peper, hoogd, pfeffer, is ongetwijfeld in den grond een Oostersch woord, en heet in Perzie pilpil, of pelpel; terwijl men in het Indostansche eenen peperkorrel pipael-gird noemt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken