Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Pinkster]

PINKSTER, pinksteren, z.n., o., van het pinkster; zonder meerv. Eigenlijk de vijftigste dag na den eersten aanvang van paschen, volgens eene telling, waarin de eerste paaschdag mede begrepen is. Voorts een Joodsch feest, dat op den gezegden vijftigsten dag, en eenige volgende, wordt gevierd, en weleer in den hebreeuwschen staat het oogstfeest was. Overdragtiglijk, een feest der Christenheid, tot gedachtenis van de mededeeling van des Heilands geest aan zijne Leerlingen, die op den vijftigsten dag na den aanvang van de Joodsche paschen, waarop hij uit het graf verrees, te Jeruzalem bijeen waren, en aan allen, die het Christendom ten zelfden dage omhelsden: wanneer hebben wij pinkster, of pinksteren? zonder lidwoord, zoo als pinksteren en paschen, veelal gebezigd worden. Zamenstell.: pinksterbloem, eene bloem, die omstreeks pinksteren te voorschijn komt, ook voor een opgeschikt kind, met het welk men in de pinksterdagen, tot opzameling van geld, langs de straat pleegt te loopen, pinksterdag, pinksterfeest, pinksterpronk, pinsterweek, pinksterzondag, enz.

Pinkster, pinksteren, bij Kil. pinckster, pingster, en pingst, hoogd. pfingst, en pfingsten, in den Zwabenspieg. phingsten, neders. pingsten, zweed. pingest, eng. pentecost, fr. pentecôte, ital. en lat. pentecoste, zijn allen uit het gr. πεντηκοςη, den vijftigsten dag, gesproten.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken