Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Plaats]

PLAATS, z.n., vr., der, of van de plaats; meerv. plaatsen. Verkleinw. plaatsje, Eigenlijk, een plat en effen, en daarin aan eene plaat gelijkend, gedeelte van de oppervlakte der aarde. Bijzonderlijk, zoodanig een als er nevens een huis ligt, en tot het zelve behoort: de kinderen spelen daar buiten op de plaats. Hieraan grenst de beteekenis van het marktveld eener stad, welke in het fr. place, in het hoogd. marktplatz, in het eng. marketplace, en in plaetse bij Kil., heerscht. Voorts een effen, of oneffen stuk gronds, op het welk men eene stad, een dorp, of een buitenverblijf aantreft: waar ligt zijne plaats, of buitenplaats? Die Jood heeft een mooi plaatsje aan de Vecht. Moordrecht en Mijdrecht zijn voor dorpen al zeer fraaije plaatsen. Rotterdam is naast Amsterdam de volkrijkste plaats van Holland. Eene welversterkte plaats, grensplaats, handelplaats, zeeplaats, enz. Ja evenveel, welke plek gronds, of ander gedeelte der ruimte, waarop het menschdom zich beweegt en handelt: op welke plaatsen staan er schildwachten? Daar is de plaats van het tweegevecht. Ik was van daag op eene plaats, daar men kwaad van u sprak. Bergplaats, bidplaats, drilplaats, geboorteplaats, gehoorplaats, legerplaats, ligplaats, loopplaats, oefenplaats, paradeplaats, pleisterplaats, rustplaats, schouwplaats, schuilplaats, slaapplaats, speelplaats, spreekplaats, staanplaats, steenplaats, strafplaats, vergaderplaats, vertoonplaats, vrijplaats, wapenplaats, wijkplaats, worstelplaats, zitplaats, enz. Als mede het ruimtevak, waarop iemand zich in tegenoverstelling van anderen bevindt, of het welk hij, in tegenoverstelling van een ander ruimtevak bezet: al, wat ligchamelijk is,

[pagina 71]
[p. 71]

beslaat eenige plaats; maar een geest heeft geene plaats noodig. Men gaf hem de hoogste plaats aan de tafel. Eene plaats verschikken, plaats maken, plaats nemen. Ik bewaar zijne plaats. Dat is mijne plaats. Ook als er van levenlooze dingen gesproken wordt: dat boek staat niet op zijne plaats. Het neemt mij te veel plaats weg. Gaarn schreef ik ook daarover, zoo ik nog een plaatsje open had. Overdragtiglijk, het gene op eene of andere plaats van een boek, enz. geschreven staat: er zijn schoone plaatsen in dat gedicht, deze en gene deelen van hetzelve zijn wel opgesteld. Hij heeft elk oogenblik eene schriftuurplaats in den mond. Bewijsplaats, echte plaats, ingelaschte plaats, vervalschte plaats. Figuurlijk, de bijzondere omstandigheden, waarin zich iemand bevindt: ik was niet gaarn in de plaats van dien dwingeland. Onder anderen de stand, rang, of waardigheid, van deze of gene personen: Julius Caesar wou liever in arme boerehutten op d'Alpes d'eerste plaats bekleeden, dan binnen Rome de tweede. Vollenh. Inzonderheid eene predikantsbediening: die proponent zal niet ligt eene plaats krijgen. En plaats is hier zoo veel als standplaats, een dorp, enz., waar iemand als predikant staat. Dien zin heeft het ook, wanneer men zegt: hij is reeds op zijne derde plaats. Ook komt de beteekenis van stand, ambt, enz. onbetwistbaar voor in schoutsplaats, schepensplaats; enz. als ook in de zegswijzen: iemands plaats vervullen, in iemands plaats komen, iemand van zijne plaats berooven, hem uit zijne plaats wippen, enz. Overigens is in de eerste plaats, in de tweede plaats, enz. evenveel als vooreerst, ten tweede, enz. - plaats grijpen, voorvallen, of in zwang zijn - aan eene bede plaats geven, daar naar luisteren - aan de redelijkheid plaats geven, haar in acht nemen - den duivel geene plaats geven, hem geene gelegenheid verschaffen, om te verleiden - de waarheid vindt geene plaats, geen gunstig gehoor - dat gebruik vindt plaats, het geraakt, of is, in zwang - ik laat die stelling op hare plaats, ik laat haar ongemoeid. Van hier het werkw. plaatsen, op eene plaats stellen, of van eene plaats verzien, bergen, en het bijv. n. en bijw. plaatselijk. Zamenstell. plaatsbegever, plaatsbekleeder, plaatsbewaarder, plaatshond, plaatshouder, plaatsmajoor, plaatsvervanger, enz.

[pagina 72]
[p. 72]

Plaats, bij Kil. plaatse, pletse, neders. plass, hoogd. platz, fr., eng. place; sp. plaça, ital. piazza, pool., boh. plac is naauw verwant aan het lat. platea, angels. plaets, en voorts aan plaat, plat en blad.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken