Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Proef]

PROEF, proeve, z.n., vr., der, of van de proef; meerv. proeven. Verkleinw. proefje. Een onderzoek, 't welk men in het werk stelt, om de regte geschapenheid van eenig ding ontwaar te worden: tot d'uiterste proeve. Hooft. Uw heiligheid wort op de proef gestelt. Vond. Eene proef nemen. De proef doorstaan, of uitstaan. Proef houden. Iemand op de proef stellen, op de proef prediken. Als ook dat gene, waaruit men de geschapenheid van eenig ding herkent: ergens de proef van hebben. Ghij ziet hem daer beneven geen' duistre proeve geven. D. Deck. Hij zendt mij daarvan een proefje, - een proefje thee, koffij, wijn, enz. Bijzonderlijk, de eerste afdrukken van het werk der letterzetters: morgen zal er eene proef zijn. Ik heb de proef nog niet nagezien; en, in de cijferkunst, eene berekening, waarmede men de juistheid van eene andere berekening toetst: de proef op eene som maken. Dat is de proef op de som, overdragtiglijk, daaruit blijkt de juistheid van die of die onderstelling. Eindelijk, een werkstuk, waaruit men iemands bekwaamheid, om in een of ander gild te worden aangenomen, beoordeelt: men heeft hem eene zeer moeijelijke proef opgegeven. De proef doen, het opgegevene werkstuk vervaardigen. Van hier proeven, enz. Zamenstell.: proefblad, proefdrager, proefdruk, proefjaar, proefondervindelijk, dat uit proeven blijkt, - proefpredikatie, proefslot, proefsteen, proefstuk, proeftijd, proefwijn, enz.

Proef, hoogd. probe, neders. prove, eng. proofe, zweed. prof, fr. preuve, ital. pruova, is afkomstig van het lat. probare, beproeven.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken