Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Pronk]

PRONK, z.n., m., des pronks, of van den pronk; zonder meerv. Verkleinw. pronkje, in zekere beteekenis. Bij Kil. pronck, een bewolkte hemel, en een bewolkt gelaat, een stuursch gezigt; welk denkbeeld ontleend schijnt van dat van drukken, zamendrukken, waarin de oorspronkelljke beteekenis van pronken. en de daaraan verwante woorden, pralen en prijken, gelegen schijnt. Zie prijken. Sieraad, opschik: haar pronck krijgt pronck door schoonheid van haer leven. Camph. Voorts, in het hedendaagsche gebruik, eene opzien barende vertooning van minder grootschen aard, dan door pracht en praal wordt aangeduid: dat staat daar te pronk. Ook in eenen kwaden zin, en ter straffe: te pronk staan. Men draagt het voor den pronk. Met ijdelen pronk van woorden. Hooft. Als ook iets, waarmede men zulk eene vertooning maakt: zij is met haren Pinksterpronk uitgedost. Overdragtiglijk, iets, dat uitmunt: hij is de pronk, het pronkje, van zijn geslacht. F. de Haas bezigt het onzijd.: dees stad weleer dat pronk der fleên. Van hier pronken enz. Zamenstell.: pronkbed, pronkbeeld, pronkbehang, pronkdegen, pronkdeken, pronkgewaad, pronkgraf, pronkjuweel, pronkkamer, pronkkleed, pronknaam, pronksieraad, pronkstuk, pronkwerk, pronkzetel, pronkzucht, enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken