Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Punt]

PUNT. z.n., o., des punts, of van het punt; meerv. punten. Verkleinw. puntje. Eigenlijk een prikje, dat met een spits werktuig in eenig ding gestoken wordt, zoo als het middelpunt van eenen cirkel, die met eenen passer getrokken wordt, in het lat. punctum, van pungere, steken. In het gebruik, een stip over het algemeen: eene linie tusschen twee punten halen. Bijzonderlijk, een der stippen, waardoor de klinkletters in het Hebreeuwsch worden afgebeeld: het Hebreeuwsch laat zich zonder punten zoo gemakkelijk niet lezen, als met punten. Als ook een denkbeeldig stipje in de wiskunde: zoo ondeelbaar als een wiskundig punt. Voorts, daar eene linie, en evenveel welke figuur, in de wiskunde, uit punten zamengesteld gerekend wordt, een der onderscheidene deelen van eene zaak: alles wordt door hem van punt tot punt uitgeplozen. Daar komt gij juist op het punt, waarover ik u spreken wilde. Daer van het minste punt faelt. D. Deck. Die veel speelt met tongh en kaecken, komt wel eens het punt te raecken. Huijgens. Bijzonderlijk, een tijdstip: wij zullen allen verandert worden, in een punt des tijds, in eenen oogenblick, met de laetste basuine. Bijbelvert. Hij was op het punt van de stad te bemagtigen. Hoogst. Het punt van eer is eene zegswijze, uit het fr. ontleend, en evenveel beteekenende, als het stuk van eer: hij is zeer gevoelig op het punt van eer. Zamenstell.: brandpunt, geloofspunt, grondpunt, hoofdpunt, middelpunt, toppunt, enz.

Punt, hoogd. punct, fr., eng. point, ital. punto, sp. puncto, stamt af van het lat. punctum.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken