Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Rand]

RAND, z.n., m., des rands, of van den rand; meerv randen. Verkleinw. randje. De omtrek van eenig ding, welke buiten deszelfs eigenlijk ligchaam uitsteekt: in den rand. Hooft. Die den rand vergulde. Vond. Een brief met gouden randjes. Die dukaat is te veel besnoeid, hij heeft in het geheel geenen rand. Gij kladt alles op den rand van uw boek. Spreekw.: op den rand van het graf staan, groot gevaar van sterven loopen. Op den rand van zijn verderf staan, in het uiterste gevaar zijn. Van hier het deelwoord van randen, gerand, van eenen rand verzien, en aanranden, eigenlijk zoo veel als aan boord klampen, enteren; want de boorden van een schip droegen oulings in het nederd., even als in het hoogd, den naam van rand. Van hier afranden, enz. Zamenstell.: randschrift, randteekening, enz.

Rand, hoogd., neders., eng. en zweed., ijsl. raund en rond, schijnt vermaagschapt aan rond, en eigenlijk den buitensten omtrek van een platachtig rond ligchaam aanteduiden, zoo als den rand van 't rad bij Kil. Volgens Adelung zouden strand en rand ook aan elkander verwant zijn.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken