Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Rijk]

RIJK, bijv. n. en bijw., rijker, rijkst. Eenen overvloed van aardsche goederen bezittende: gij seght, ik ben rijck ende verrijckt geworden, ende en hebbe geens dings gebreck. Bijbelv. Dat land is rijk, en vol van rijke heden en kloosters. En rijcken overvloet met volgepropten hoorne. Vond. Overvloedig van kostbare dingen verzien: men noemt een schip rijk geladen, als het eene rijke lading in heeft. Een rijk paardentuig, een rijk geborduurd kleed, een rijk gestoffeerd huis. Overvloedig met allerlei goede dingen begiftigd: rijk in verdiensten, in deugden, in verstand. Abram was seer rijck in vee, in silver, ende in gout. Bijbelv. Die taal

[pagina 204]
[p. 204]

is rijk in woorden. De natuur is rijk in allerlei voortbrengselen. Van hier dat dit woord zich met allerlei zelfst. naamwoorden zamenvoegen laat, zoo als in: aalrijk, appelrijk, bladerrijk, bloedrijk, bloemrijk, boomrijk, deugdrijk, eerrijk, geestrijk, genaderijk, houtrijk hulprijk, kunstrijk, leerrijk, liefderijk, enz. Voorts wordt rijk ook als een z.n. gebruikt: hij is bij den rijcken in sijnen doot geweest. Bijbelv. Hij neemt het aangezigt der rijken niet aan. Dit rijk wordt, als men het nevens arm plaatst, meermalen niet verbogen; rijk en arm prijst hem, want hij zorgt voor rijk en arm. Van rijk stamt af: rijkaard, rijkdom, rijkelijk, rijkeling, rijcken, bij Kil., evenveel als verrijken, - rijkheid, oulings ook voor rijkdom, enz. Rijken, voor rijk maken, vindt men bij Spieg., Coornh. en anderen: dien nooddruft rijkt. Spieg.

Rijk, of rijck, hoogd. reich, Otfrid. richo, Notk. richolf, neders. riek, angels. rica, zweed. rik, ijsl. rikur, eng. rich, fr. riche, sp. rico, ital. ricco.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken