Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Rijzen]

RIJZEN, onz. w., ongelijkvl. Ik rees, ben gerezen. Hooger worden: dat is wel eenen voet gerezen. Het water rijst van oogenblik tot oogenblik. Opstaan: ik zal hem uit het bed doen rijzen. Hij rijst ijlings overeinde. Dat nu vervallen ligt zal eenmaal weder rijzen. J. de Deck. Opkomen, ontstaan: daar rees een storm. Uit die zaak zou een bloedige oorlog kunnen rijzen.

[pagina 210]
[p. 210]

Geschillen in eenige religie rijzende. H. d. Gr. Opstijgen: Eer 's ouden Titons bruit hier rees met purpre wangen. Vond. Hoe hoog die toon moog rijzen. L.D.S.P. Zich opdoen: nu rijst zazijnthus met zijn bosch in volle zee. Vond. In prijs klimmen: de boter rijst geweldig. Hij weet zijn voordeel met het rijzen en dalen der schul brieven te doen. Wanneer men zegt, dat de markt rijst, verstaat men door markt den prijs der goederen, die daarop verkocht worden. Zie markt. Het rijzen van eenen berg is deszelfs kant, welke zich naar boven verheft. Eindelijk is rijzen gisten: zie dat deeg eens rijzen. Is dat brood wel genoeg gerezen? Te berge rijzen is, omhoog stijgen: het haar rees mij van schrik te berge. De rijzende zon aanbidden is, de bovendrijvende partij vereeren en vleijen. Rijzendewijn is wijn van eenen rijnschen smaak. Oulings werd rijzen ook bedrijv. gebezigd: maar hoopt het hoofd weer in de lucht te rijsen. Six v. Chand. Uw segen rijst de pluim nu in de locht. Hooft. Van rijzen komt rijzing. Zamenstell.: afrijzen, oprijzen, verrijzen, enz.

Rijzen, oud hoogd. reisen, goth. reisan, zweed. resa, angels. risan, arisan, eng. rise, arise, neders., vries. risen, ital. rizzare, duidt elke beweging aan, niet slechts naar boven, maar ook naar beneden; blijkens rijsen, afrijsen, bij Kil. driusan bij Ulphil., risan bij Notk., en hrijsan in het angels. Bij Otfrid. is reisan, brengen, en de lijdende vorm van dit woord, komen; want men leest bij hem: zit wart tho gereiset, toen kwam de tijd. Het hedend. hoogd. reisen is evenveel als reizen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken