Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Rood]

ROOD, bijv. n. en bijw., rooder, roodst. Dat met eene der verschillende hoofdkleuren bedekt, of daarvan doordrongen is. Roode wijn. Roode lippen. Roode wangen. Rood zijn. Rood worden, eene roode kleur krijgen: de kersen beginnen al rood te worden. Ook van de menschen, anders eene kleur krijgen, wanneer de kleur van het aangezigt rooder wordt, het welk, zoo wel uit de werktuigelijke persing van het bloed naar het hoofd, als ook uit allerlei aandoeningen, ontstaat: rood worden van schaamte. - Roode kool. Roode lelien. Roode,

[pagina 238]
[p. 238]

vurige oogen. Waerom zijt gij root aen u gewaet. Bijbelv. Den zoom, die root geverft in 't blaeuwe bloet van d'Iber. Vond. Een gloeijend rood bedekte hare wangen. Hooggeel: schoon weder; want de hemel is root. Bijbelv. De oude Bataven zochten hun hoofdhaar met goudpoeder rood te maken. Ligtbruin: laet mij dog slorpen van dat roode, dat roode daer. Bijbelv. Roode koeijen zijn niet veel in aanzien. Zelfstandiglijk, de roode kleur: het eerbaar rood der schaamte. Hebt gij geen rood op uw palet? In de zamenstell.: avondrood, morgenrood. Van rood komt roodachtig, roodheid, roodsel, enz. Zamenstell.: roodbaard, een man met een' rooden baard; ook zekere visch, en een vogel dus genoemd. Roodbont, roodborstje, roodgrond, roodharig, roodkleurig, roodkop, iemand, die rood haar heeft, roodkoraal, bij Hooft: rookoralen mond, - roodkrijt, roodstaartje, roodverwer, roodverwig, roodvonk, zekere ziekte, die zich in roode over het ligchaam en in het aangezigt verspreide vlakken vertoont, ook roodgrond genoemd, - roodvos. Bloedrood, donkerrood, hoogrood, koperrood, ligtrood, rozenrood, scharlakenrood, enz.

Rood, hoogd. roth, Otfrid. rot, zweed. röd, ijsl. radur, angels. read, eng. red, wallis. rhudd, lat. rutilus, gr. ερευθος, is verwant aan ros, en denkelijk ook aan roest, en roos. Zie deze woorden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken