Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Ruidig]

RUIDIG, bijv. n. en bijw. ruidiger, ruidigst. Met schurft bezet: daar wordt men ruidig van. Ruidiger schaap zag ik mijn gansche leven niet. Van hier ruidigheid, schurft, deels door scherpe vochten, deels door een insekt, veroorzaakt, dat zich in de opperhuid nestelt, een wit lijf en acht roode pootjes heeft, en door de Natuurkundigen met den naam van Acarus scabiei bestempeld wordt. Oul. was het zelfstandige ruit voor schuift in gebruik, en men zeide ruit doet wel klouwen.

Ruidig, Kil. ruijdigh, en bij verkorting ruijgh, hoogd. raudig, Notk. rudig, stamt af van ruit, Kil. ruijd, hoogd. raud, Notk. ruda, schurft, en roof, van waar ruijdschen, krouwen, wrijven, bij Kil, en ruidzalve, of ruitzalve. Intusschen is dit zelfstandig woord wederom afkomstig van het bijvoegelijke ruw, hoogd. rauh, roh, Kil. ruijd, eng. rough, fr. en ital. rude, lat. rudis, dat door zijnen klank die eigenschap van verschillende dingen, welke men daarmede bestempelt, reeds eenigzins aanduidt. En hiervoor zeide men oul. ook ruid, ruide: ruide maniere. Coornh. Bij eenen ruiden (ruwen) hoop volkx. Gesch. Van hier zeide men ook in 't ruide, voor in 't ruwe.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken