Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Ruimen]

RUIMEN, bedr. w., gelijkvl. Ik ruimde, heb geruimd. Ruim maken, ontledigen: ik ruimde alvorens het laadgat van mijn geweer. Dat sekreet wordt geruimd Bijzonderlijk, eene plaats, door zijn vertrek van dezelve, ontledigen: zij moet het huis ruimen. De vesting werd door hen geruimd. Oulings ook zonder bijvoeging van de plaats: so dat Willem van Hollant rumede. van Hass. aanteek. op Kil. En nog heden ten dage is ruimen, in dien onzijdigen vorm in gebruik voor, met het ontledigen van het een of ander bezig zijn: zij doet thans niets dan ruimen. Daar kinderen zijn, moet onophoudelijk geruimd worden. Hij wordt veroordeeld, om de stad, of het land te ruimen, is evenveel als, hij wordt gebannen. Uit den wag ruimen, wegnemen, verwijderen: ruim dien aanstoot uit den weg. Alle zwarigheden werden voor hem uit den weg geruimd Van hier ruiming. Zamenstell.: ruimijzer, ruimnaald, een priem, waarmede men een laadgat ruimt. Ruijmstock, bij Kil. een krasser, enz. Inruimen, ontruimen, opruimen, wegruimen, enz.

Ruimen, hoogd. raumen, neders. rumen, angels. rumian, rijmian, Otfrid., Notk. ruman, zweed. rijmma, komt van ruim.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken