Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Ruiter]

RUITER, z.n., m., des ruiters, of van den ruiter; meerv. ruiters. Eigenlijk een plunderaar, in welken zin men bij van Hass. aanteek. op Kil. vindt: dat geen ruijteren ofte vagabonden, en sullen mogen gaen

[pagina 260]
[p. 260]

teeren op den huijsman. Ook, dewijl het krijgsvolk oulings vrij algemeen evenzeer stroopte, als de ligte ruiterij in onze dagen, een krijgsknecht over het algemeen, maar welhaast bijzonderlijk iemand, die in den krijg te paarde dient, en oulings onderscheidshalve een ruiter te paarde werd genoemd: het peert ende zijnen ruiter heeft hij in zee geworpen. Bijbelv. Daar paard en ruiter, Vorst en volk, tot een toe in den vloed versmoorden. L.D.S.P. En dan nog iemand, die tot het zwaar gewapend paardenvolk behoort, en geen huzaar, dragonder, uhlaan, of ander ligt gewapende. Van hier ruiterij, ruiterlijk, ruitersch, ruiterschap. Zamenstell.: ruiterhende, ruiterkracht, ruiterspaard, ruitertrom, ruiterwacht, enz. Roerruiter, speerruiter, strikruiter, zandruiter, een ruiter, die van zijn paard valt, enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken