Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 261]
[p. 261]

[Rukken]

RUKKEN, bedr., en onzijd. gelijkvl. Ik rukte, heb gerukt. Bedr. Iets met eene schichtige inspanning zijner krachten van deszelfs plaats bewegen: hij rukt den degen uit de scheede. Zij rukte zich de haren uit het hoofd, en de kleederen van het lijf. Ik zocht het uit het vuur te rukken. Waarom ruktet gij uwen hoed in de oogen? Onzijdiglijk met zijn, zich zelven op de gezegde wijze verplaatsen: het schip rukte van het anker. De wind rukte noordwaarts. Zijn de legers reeds te velde gerukt? Wij rukten in Braband. Te rucken over borst en buik des raabstrooms. Vond. Van hier ruk. Zamenstell: rukaersen, bij Kil., rukreis, ruktogt, rukwind, een wind, die met rukken komt, enz. Aanrukken, afrukken, henenrukken, inrukken, losrukken, nederrukken, oprukken, tegenrukken, verrukken, wegrukken, enz.

Rukken, hoogd. rucken, zweed. rijcka, ijsl. hrockva, is een noordsch woord, dat zijne beteekenis door den klank aanduidt, even als rekken, trekken, wrikken, enz.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken