Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Schade]

SCHADE, z.n., vr., der, of van de schade; zonder meerv. Van het werkw. schaden. Nadeel, hinder, verlies: schade lijden. Iemand groote schade toebrengen. Schade aan zijne veldvruchten lijden, door onweer, vertreding, enz. - Schade aan zijnen goeden naam lijden, door eigen onvoorzigtigheid, of door kwaadsprekendheid, enz. - schade aan zijne gezondheid lijden, ziek worden. Men moet leeren met schade of schande. Door schade wordt men wijs, maar niet rijk. Voor schade zegt men ook, bij verkorting, scha, bijzonderlijk in de zamenstellingen schavergoeding, schaverhaling: schavergoeding (vergoeding van schade) geven, vragen; - brieven van schaverhaling, waarbij vrijheid gegeven wordt, om zijne door den oorlog geledene of nog te lijdene schade op den vijand te verhalen, door hem insgelijks schade toe te brengen. Buiten mijne schade.

Schade wordt ook somwijlen als een tusschenwerp-

[pagina 296]
[p. 296]

sel gebezigd: schade, dat hij niet eerder gekomen is! voor, het is jammer. De in de gemeenzame verkeering gebruikelijke uitdrukking schabaat! is denkelijk eene verkorting van schade baat: ik zal hem om voldoening van het geen hij schuldig is, aanspreken; maar kan ik geen geld van hem krijgen, schabaat! (schadebaat!) d.i. ik zal mij deze schade nog troosten; want zij kan mij in 't vervolg nog baat, of voordeel, aanbrengen.

Schade, hoogd. schade, neders. schade, schae, angels. scathe, eng. scath, zweed. skada, ijsl. skade, wend. skoda, pool. szkoda, bij Ottfrid. scado. Wacht. leidt het van 't gr. ἀτη af. Nader komt het bij het gr. ἀσχηϑη, 't welk, bij de scholiasten van Homerus, voor schadeloos, onbezeerd, voorkomt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken