Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Schaduw]

SCHADUW, z.n., vr., der, of van de schaduw; meerv. schaduwen. Eigenlijk het donkere beeld eens ligchaams, in zoo ver hetzelve door het ontvangen der lichtstralen ontstaat: zijne schaduw in het water zien. Naar eene schaduw grijpen. De schaduw volgt het ligchaam. Gij ziet de schaduw der bergen voor menschen aan. Bijbelvert. Voor zijne eigene schaduw (anders schim) bang zijn, figuurl., zonder reden bevreesd zijn. Oock vlucht hij als eene schaduw. Bijbelv. Figuurlijk, een zwak beeld, een aan een ander slechts onvolkomen gelijk ding, voorbeeld, zinnebeeld: welke zijn een schaduwe der toekomende dingen. Bijbelv. Schijn: daar is geene schaduw van waarheid in. Diepsel in eene schilderij: de schaduw is in dat stuk niet wel aangeleid. Ook wordt het in eenige bijbelplaatsen, op eene andere ongewone wijze, voor duisternis over het algemeen genomen: die geseten zijn in duisternisse, ende schaduwe des doots. Bijbelv. Bescherming, verkwikking, zijnde eene oostersche figuur, alwaar de schaduw, in de brandende hitte eene grootere weldaad is, dan in gematigder luchtstreken. Verberg mij onder de schaduw uwer vleugelen. Bijbelvert. Oul. werd het ook voor afgestorven ziel, spook, geest genomen: so antwoorde die scaduwe weder en seyde. Clar. Spieg. Van hier schaduwachtig, voor lommerig: schaduwachtig geboomte, en voor zinnebeeldig: de schaduwachtige wet, in de godgeleerdheid. In de schaduwachtige bedommeling der eerwaar-

[pagina 298]
[p. 298]

dige oudheid zoo bruskelijk indringen. Oudaan.

Oul. zeide men ook schade: Te Hamerte onder die scade rusten, Mel. St. Zamenstell.: schaduwrijk, dat veel schaduw, of lommer geeft, of veroorzaakt. Ook schaduwmild: schaduwmilde boomen. Hooft.

Hoogd. schatten, bij Willeram. scade, Notk. scato, scatue, Ulphil. skadau, angels. sceadu, eng. shade, shadow. Ten aanzien van de afleiding dezes woords komen hier schouwen, schijnen, en het gr. σϰοillustratieία duisternis, in aanmerking.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken