Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Schande]

SCHANDE, z.n., vr., der, of van de schande; het meerv. is niet in gebruik. Eigenlijk, eene ligchamelijke misvorming, waardoor eene zaak hare behoorlijke gedaante, op eene zigtbare wijze verliest, of de toestand, waar in eene zaak geschonden wordt: iets te schande maken, misvormen, bederven, onbruikbaar maken. Een paard te schande rijden. Figuurlijk, een hooge graad van zedelijke misvorming, als van oneer, of het oordeel van anderen over ons, zoo ver dit met oneer en vernedering in de burgerlijke zamenleving verbonden is; wanneer het tegen eer overstaat: ik sal haer lieder eere in schande veranderen. Bijbelv. Groote schande behalen. Dat strekt u tot schande. Iemand schande aandoen. Zich iets tot schande rekenen. Te schande worden, in schande geraken. Foei, dat is

[pagina 304]
[p. 304]

schande! In eenen bepaalderen zin, is schande het oordeel van anderen over ons slecht zedelijk gedrag - oneer wegens slechte daden; ook de werkelijke uitbrenging van dit oordeel, of beschimping: gij weet mijne versmaetheijt en mijne schande. Bijbelv. Oul. beteekende het ook ergernis: van dezen nacht, zo zaldij alle schande van mij hebben. Lev. onz. Her. J.C. Het met openlijke oneer verbonden misdrijf der onkuischheid: uwe schaemte sal ontdeckt worden; oock sal uwe schande gesien worden. Bijbelv. In dezen zin bezigt men ook schandelijkheid: mannen met mannen schandelickheijt bedrijvende. Bijbelv. Van hier schandelijk, waarvoor weleer ook schandig gebezigd werd: een schandige en onbillijke twist. Hooft. Zamenstell.: schanddaad, schandelijk bedrijf, schandgeld, een door schandelijke middelen verkregen geld, ook een ongewoon geringe prijs, welke met de waarde der zaak in geene betrekking staat, schandhoer, eene openbare hoer, van den schandelijksten aard, schandjongen: daer en sal geen schantjongen sijn, onder de sonen Israels, Bijbelv.; schandpaal, waaraan misdadigen, ter openlijke schande tén toon gesteld worden - schandprijs - schandsprek, bij Hooft: Ten zelven dagen is Nero inschandsprek en gevaar gekomen; schandstraf, schandteeken, schandvlek, enz., bloedschande, enz.

Bij Ottfrid. scantu, hoogd. en neders. schande, angels. scande. Waarschijnlijk van het ongelijkvl. w. schenden, schond (schand) geschonden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken