Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Scheiden]

SCHEIDEN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Ik scheidde, heb en ben gescheiden. Twee of meer dingen, of de deelen van een ding, van elkander verwijderen: het kaf van het koorn scheiden. Door bepaling der grenzen: De Alpen scheiden Italie van Duitschland. De muur scheidt de eene kamer van de andere. Men scheidt ook datgeen, 't welk met iets anders verbonden is: 't gene dan God te samen gevoeght heeft en scheide de mensch niet. Bijbelv. Twee echtgenooten scheiden, derzelver huwelijksverbindtenis opheffen. Van tafel en bed scheiden. Van hier echtscheiding. Sij vatten sich te samen, datse sich niet en scheyden. Bijbelv. Het water van den wijn scheiden. Het goud van het zilver, het blik van het koper scheiden, zoo wel door smelting, als ook door scheivocht, (sterk water) of andere oplossingmiddelen; in de scheikunst. Hetgeen eenen en denzelfden hoop, en eene en dezelfde menigte uitmaakte, van elkander afzonderen: de schapen van de bokken scheiden. Het goede van het kwade scheiden. Tot effenheid brengen en verdeelen: de boedel is nog niet gescheiden. Met geweld van elkander verwijderen: twee vechtenden met eenen stok scheiden. Bijleggen: eenen twist scheiden. Wij zijn wel te scheiden.

Ook wordt het onzijd. gebezigd, voor scheuren, splijten: de berg scheidde door eene aardbeving. Iets verlaten, zich van iets verwijderen: van de Kerkscheiden. Uit zijn beroep scheiden. Vertrekken: 't is tijd om te scheiden. Is het gezelschap nog niet gescheiden? Van hier scheider, boedelscheider, grensscheider, landscheider, metaalscheider, stofscheider enz.; - scheiding, boedelscheiding, echtscheiding, grensscheiding enz.; - scheidsel. Wijders van hier de zamenstellingen: scheidboom, scheidboor, scheiddrank, scheidmaal, scheidmuur, scheidpaal, scheidslieden, scheidsman, scheidsteen, scheidsvrouw, scheidweg, scheikunst, enz.

[pagina 317]
[p. 317]

Hoogd. scheiden, bij Ulphil. skaidan, Ottfrid. skeiden, sciadan, neders. scheden, angels. scadan, sceaden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken