Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Scherp]

SCHERP, bijv. n. en bijw., scherper, scherpst. Eigenlijk snijdend, in tegenstelling van stomp: een scherp mes, dat goed snijdt. Een scherp zwaard. Verder is scherp het tegengestelde van rond: een scherpe hoek. Mijne paarden staan niet scherp, hunne hoefijzers zijn niet scherp gemaakt. Figuurlijk, vinnig, hard: het ging er scherptoe. Iemand scherpe woorden geven. Eene bijtende gewaarwording veroorzakend: een scherpe wind, een ruwe, snijdende wind. Dat bier is scherp. Scherp bloed, 't welk vele zoute en zure deelen heeft. Scherpe, op de tong bijtende, kaas. Gestreng: iets op het scherpste beoordeelen. Een scherp onderzoek naar iets doen. Een scherp onderzoek, in regten, de pijnbank. Sterk, veel omvattend: scherp van gezigt, gehoor en reuk zijn. Naauw, naauwkeurig: iemand scherp bewaken. Alle omstandigheden en kleinigheden naauwkeurig opmerkend: een scherp gehoor, een scherp gezigt, een scherp oordeel hebben. Iemand scherp aanzien. Ten aanzien van het geluid, is scherp somwijlen doordringend, helder, en ook snerpend: eenen scherpen toon hebben. Ook heeft men in de taalkunde een scherp, scherp - kort en

[pagina 330]
[p. 330]

scherp - lang geluid. Zie Inleid., bl. 17. Van hier scherpachtig, eenigzins scherp, scherpelijk, scherpheid enz. Zamenstell: scherpregter, beul, scherpzinnig, schrander, scherpzinnigheid, scherpzinniglijk enz.

Hoogd. scharf, bij Kero sarf, Otfrid. sarph, Notk. sarf, neders. scharp, angels. scearp, eng. sharp, zweed. skarp. Het is verwant met scheren, snijden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken