Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Schout]

SCHOUT, z.n., m., des schouts, of van den schout; meerv. schouten. Volgens ten Kate is schout zamengetrokken van schoudheet, bij Kil. ook schuldheis, Praetor, noxae debitive exactor, waarvan in het middeleeuw. lat. scultetus, als een aanwijzer van schuld, een gebieder van 't geen men schuldig is te doen, en een eischer van straf, of boete; het hoofd van een geregt, wien de regtsoefening, ook in halszaken, is aanbevolen: daar komt de schout met zijne dienaars. De schout heeft de dieven reeds op het spoor. Van hier de spreekwijs: dat kan ik wel voorbij des schouts deur dragen, daar is geen onregtvaardigheid mede gepleegd - dat mag elk zien en weten, zonder dat ik behoef te vreezen, daarover aangehaald, of schuldig verklaard te worden. Schout bij nacht, die de naaste plaats aan den onderadmiraal bekleedt, wiens pligt het is, bij nacht te zorgen, dat de schepen volgens hunnen rang zeilen, en het eene schip het ande-

[pagina 373]
[p. 373]

re, door overzeilen, of anderzins, niet beschadige. Ook wordt, in de gemeenzame verkeering, eene vroedvrouw met den naam van schout bij nacht bestempeld. Van hier schoutin, de vrouw van eenen schout, - schoutschap. Zamenstell: dorpschout, hoofdschout, onderschout enz.

Hoogd. schuldheisz, middeleeuw. lat. sculdasius, sculdasio, schultetus, angels. scultheta, neders. schulte, wend. scholta. Bij Otfrid. is sculdheizzo een hoofdman.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken