Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Schrik]

SCHRIK, z.n., m., des schriks, of van den schrik; meerv. schrikken. Verkleinw, schrikje. Eene hevige ontroering, welke door de plotselingsche aanschouwing, of gewaarwording, van iets beangstigends veroorzaakt wordt: iemand schrik aanjagen. Zwijmen voor den schrik. Huigens. Door den schrik doen vlieden op het oogenblik. L.D.S.P. Strax zalze kouden schrick door all zijn leden jagen. D. Deck. Dat gaf een nieuwen schrik. Vond. Deze ontroering wordt in den Staten Bijbel door verschrickinge aangeduid, zoo als in: maer voor den werckers der ongerechtigheijt is het verschrickinge. Daarentegen is schrik aldaar het verwekken van zulk eene ontroering, zoo als in: de schrick eens Koninghs is als het brullen eens jongen leeuws; of een schrik verwekkend voorwerp, zoo als in: ik stelle u tot eenen schrick voor u selven, ende voor alle uwe liefhebbers. Eveneens zegt men nog steeds: hij was een schrik voor al zijne vijanden. De schrik des grooten oceaans. Dan velt uw rechtehand, hunschrik, hen neder in een oogenblik. L.D.S.P. Ten schrick der zeetijrannen. Vond. Voorts is schrik dikwijls evenveel, als afschrik: zij kreeg er eenen schrik van. Die eenen schrik hadden. Hooft. Daer 't naberouwen flux op volght met smart en schrik. Vond. Iemand eenen schrik voor het kwade inboezemen, is, hem

[pagina 396]
[p. 396]

daarvan afschrikken. Uit schrik voor iemand, of iets, is uit ontzag en vrees: elk kwam, uit schrik, geveinsd mij hulde bien. L.D.S.P. Eindelijk is met den schrik vrijkomen, het gevreesde kwaad niet dadelijk ondervinden; maar met een klein schrikje vrijkomen, slechts een weinigje schrikken; en wordt iemands ontroering over de plotselingsche verschijning van iets goeds en wenschelijks ook wel eens met den naam van schrik bestempeld: uwe onverwachte verschijning, hoe gewenscht anders ook, veroorzaakt mij eenigen schrik. Van hier schrikachtig, schrikken, enz. Zamenstell.: schrikbeeld, schrikmiddel, schrikpoeder, schrikverwekker, enz. Afschrik, doodschrik, enz.

Schrik, hoogd. schreck, en schrecken, is eigenlijk hetzelfde als krik, krak, eng. crack, fr. crac, cric, ital. criech, cricco, hoogd. schrick, het geluid van iets, dat aan stukken springt. Zie verder schrikken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken