Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Schuren]

SCHUREN, bedr. w., gelijkvl. Ik schuurde, heb geschuurd. Sterk wrijven; bijzonderlijk met zand, of andere dingen, om daardoor alle vuil weg te nemen: houtwerk, ijzer, koper, schuren. Schoon schuren, droog schuren, nat schuren, blank schuren, wit schuren, bruin schuren, blaauw schuren, enz. zijn uitdrukkingen, die de vrouwen dagelijks in den mond hebben. Schrijnen: het vel was geschuurd. Langs eenig ding schuren, is, al wrijvende langs hetzelve strijken: het water schuurt langs den wal. Ghij volcken,

[pagina 423]
[p. 423]

die den Rijn, de Waal en IJsselstroom uwe ackeren ziet schuren. Vond. Tegen elkanderen schuren, is, al wrijvende tegen elkanderen gedrukt worden: die touwen schuren te sterk tegen elkanderen, om lang te kunnen tegenhouden. Voorts is iemand schuren bij Kil. ook nog hem bedriegen. Van hier schuijer, schuijeren, schuijering, (welks beteekenis van weeklijvigheid in het eng. evenzeer door scowring uitgedrukt wordt,) schuring, schuursel, schuurster, enz. Zamenstell.: schuurbak, schuurgoed, schuurlap, schuursteen, schuurvodde, Kil., schuurzand, enz. Afschuren, uitschuren, voortschuren, wegschuren, enz.

Schuren, hoogd. scheuren, eng. scowr, fr. escurer, ital. curare, scurare en sgurare, schijnt zijne beteekenis aan zijnen klank verschuldigd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken