Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Slapen]

SLAPEN, onz. w., ongelijkvl. Ik sliep, heb geslapen. Zich aan den slaap overgeven, in slaap zijn: ik ga slapen. Wat sliep zij gerust! Slaapen zonder angst of zorg. L.D.S.P. Een weijnigh slapens, een weijnigh sluijmerens. Bijbelv. En slaapt gij, nu het tijt is, om te waeken? Vond. Een gat in den dag slapen, zijnen slaap tot laat in den morgenstond uitstrekken. Den hazenslaap slapen, zich aanstellen, als of men sliep, zonder zulks waarlijk te doen. Gij moet daar vooral niet op slapen, daaromtrent niet achteloos en zorgeloos zijn. Men moet geenen slapenden hond, of wolf, wakker maken. Zie hond. Voorts wordt slapen ook wegens eene verdooving der ledematen gebezigd: mijn been slaapt geweldig. En wegens den dood: den eeuwigen slaap slapen. Lazarus onse vrient slaept. Bijbelv. Wegens eene geheele werkeloosheid: zonder hinder togen wij den slapenden vijand voorbij. Slapende stemmen waren weleer in Vriesland die gene, welke bij de aanstelling van regeringsleden niet gebezigd, of uitgebragt mogten worden. Van hier geslaap, slaapster, slaper, slaperig, genegen tot slapen, die veel slaapt. Zamenstell.: beslapen, bijslapen, doorslapen, inslapen, ontslapen, uitslapen, verslapen, enz.

Slapen, hoogd. schlafen, Ulphil. slepan, Ottfrid. slafen, Strijk. slaffen, angels. slaepan, eng. sleep, komt van slaap.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken