Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Slijten]

SLIJTEN, bedr. en onz. w., ongelijkvl. Ik sleet, heb, of ben, gesleten. Onz., onder een gestadig gebruik afnemen, verteerd worden: dat kleed slijt geweldig onder het dragen. Van lieverlede afnemen, verdwijnen: de droefheid slijt met den tijd. Dat zal langzamerhand moeten slijten. Hare koorts begint te slijten. Bedrijvend, door een gestadig gebruik doen verteren: wat slijt die jongen een kleederen! zijn leven deerlick slijt. Vond. Vertieren: het wil niet aan den man; ik kan er niets van slijten. Afbreken, en voor afbraak verkoopen: de buitenplaats de snellen is ook al gesleten. Van hier sleet, iets dat gesleten, of afgebroken wordt, als eene oude schuit enz.: het is niet meer dan eene sleet; - slijtaadje, verslijting van kleederen, en verkooping in het klein, slijte, bij Kil.

[pagina 473]
[p. 473]

evenveel als sleet, - slijter, iemand, die deze of gene waren, bijzonderlijk wijn en sterke dranken, in het klein verkoopt, ook iemand, die de afbraken van huizen enz. koopt en verkoopt, - slijterij, de winkel van eenen slijter, slijting, verkooping in het klein, en voorts alle andere daden van slijten, enz. Zamenstell.: afslijten, doorslijten, uitslijten, verslijten, enz.

Slijten, zweed. slita, neders. sliten, hoogd. schleissen, Ottfrid. sleizan, schijnt zijne beteekenis verschuldigd aan zijnen klank, die eene wrijving aanduidt.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken