Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Smeeken]

SMEEKEN, bedr. w., gelijkvl. Ik smeekte, heb gesmeekt. Eigenlijk, iets ergens mede bestrijken, om het te verfraaijen en op te smukken. In het gebruik, ophullen, vleijen. Deze beteekenis hebben smeecken en smeeckelen, bij Kil., overeenkomstig met het hoogd. schmeichelen. En smeeckelick is bij hem vleijende; smeeckinghe en smeeckerije, gevlei; en smeecker,

[pagina 497]
[p. 497]

een vleijer; even als bij M. Stok., in:

 
Den smekers suldi zien
 
In den mond, ende merken wale,
 
Waeromme si segghen hare tale,
 
Oft om gewin is, haer stateren.

Voorts, op eene vleijende en ootmoedige wijze bidden: ik smeek u om genade! Behoed ons op ons smeeken. L.D.S.P. Van hier gesmeek, smeekelen, Kil., smeekelijk, smeekeling, smeeker, smeekerij, smeeking, smeekster. Zamenstell.: smeekbede, smeekdicht, smeekgebed, smeekschrift, smeektaal, enz. Afsmeeken, enz.

Smeeken, smeekelen, is verwant aan smukken, en het hoogd. schmeichen, oulings evenzeer in de beteekenis van vleijen gebezigd, als smeiche in die van vleijerij; maar hedendaags enkel in die van besmeren, van waar schmeicheln, vleijen. Want vruchteloos veranderde Gottsched dit in schmaucheln, om het van schmauch te kunnen afleiden, als of het oorspronkelijk wierooken beteekend had; en vruchteloos zoeken Adelung en anderen den oorsprong van schmeicheln in het wend. en slavon. schmeich, gelach, verwant aan het oud opperd. smielen, eng. smile, Kil. smollen, smuijlen, glimlagchen; of in het hoogd. schmiegen, buigen, krommen. Ging immers deze laatste afleiding door, dan zou men moeten zeggen: sich vor iemanden schmeicheln; even als: sich vor iemanden schmiegen; en niet: ihm schmeicheln.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken