Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Snede]

SNEDE, snee, z.n., vr., der, of van de snede; meerv. sneden. Verkleinw. sneedje. De daad van snijden: laat ik er een klein sneedje indoen! Hij vertrok geen aangezigt onder de snede. Vermogen, om te snijden: dat mes heeft zijne snede verloren. Zijn lemmers deugt versmaet de snê der spaensche klingen. Vond. De snijdende kant van een ding: en hij en slijpt de snede niet. Bijbelv. De snee van het mes ligt omgekromd. Een mes op de snee zetten, hetzelve scherp slijpen. Figuurlijk: om de snede van het vernuft niet te verstompen. Vond. De afgesnedene kant van een ding: dat boek is verguld op snee. Smeer de boter op de snede van het brood, eer gij er een stuk afsnijdt. De opening, of wonde, die ergens in gesneden is: het schijnt geene scheur, maar eene snede, te wezen. Hij kreeg eene snede in de hand. Eene snede in het aangezigt krijgen, is, figuurlijk, eene zware beleediging ondergaan. Een afgesneden gedeelte van een ding: geef mij ook eene snede brood. Wilt gij nog een sneedje vleesch? De wijze, waarop iets gesneden is: die plaat is lomp van snede. Wat is uw rok fraai van snede! Siet het meijsjen op de kleeren, sietse naa de nieuwe snee. Westerb. Voorts is de snede van een vers deszelfs snijding, zie snijding. Een sneedje leggen beteekent, met messen vechten; en juist ter snee, regt ter snee, wel ter snee, is als men begint te snijden, of als de maaltijd begint; figuurlijk, wel van pas. Zamenstell.: houtsnede, kegelsnede, een wiskundig kunstwoord, keizersnede, of keizerlijke snede, een vroedkundig kunstwoord, kopersnede, eene prent, die in koper gesneden is. Voorts komt van snede, snedig, enz.

Snede, neders. ook snede, Notk. snitu, Ottfrid. snittu, Willer. snit, hoogd. schnitt, schnitte, schneide, komt van snijden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken