Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Sparen]

SPAREN, bedr. w., gelijkvl. Ik spaarde, heb gespaard. Tot een toekomstig gebruik behouden: dien wijn heb ik tot nu toe gespaard. Verkwist toch niet al, wat gij hebt, maar spaar iets voor den ouden dag. Figuurlijk, zonder opzigt op toekomend gebruik, de ongekreukte voortduring van een ding bewerken: Godt die wil uw leven spaeren. Vond. De Heer verlost en spaart zijn volk. L.D.S.P. In dezen zin vindt men reeds bij Ottfrid.: then spar er nu ze libe, dien spare hij nu in het leven. Of een ding uitstellen: spaar uwe boete niet, tot dat gij krank wordt. Spaarzaam aanwenden: wil moeite noch kosten sparen. Zij spaarde geene woorden. Schietet in haer, en sparet de pijlen niet. Bijbelv. In het geheel niet gebruiken: spaar uwe kwinkslagen en verwijten. De waarheid sparen, geene waarheid, maar onwaarheid, spreken. Een ding, door

[pagina 547]
[p. 547]

onthouding van deszelfs gebruik, ongeschonden laten: hij spaart zijne kleederen, in plaats van ze aan te trekken. Ik moet dat nog wat sparen. Van beleediging vrijlaten, verschoonen: de dood spaart niemand. De kinderen in de wieg werden zelfs niet gespaard. Dat hij Rechabs afkomst spaert. Vond. - Eindelijk is sparen op zich zelf spaarzaam leven, of handelen: hier spaart hij, daar verkwist hij. Die jong spaart, lijdt oud geen gebrek. Van hier spaarder, spaarlijk, spaarster, spaarzaam, spaarzaamheid, sparig, sparing, enz. Zamenstell.: spaarbek, spaarbekken, Kil. - spaarbenden, spaargoed, spaarkant, Kil. - spaarkist, spaaroven, spaarpot, spaarzucht, enz. Besparen, ontsparen, oversparen, uitsparen, enz.

Sparen, Kil. spaeren, Ottfrid., Notk., angels. sparan, neders., hoogd. sparen, eng. spare, vries. sparje, zweed., ijsl. spara, ital. sparagnare, fr. épargner, lat. parcere, is van eenen onzekeren oorsprong.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken