Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Spel]

SPEL, z.n., o., des spels, of van het spel; meerv. spelen, of spellen. Verkleinw. spelletje. Eigenlijk, eene vlugge en luchtige beweging, zoo als die van rondom zich blikkende oogen: een aenschijn vast als 't mijn, en 't zelfde spel van oogen. Hooft. Zulk eene beweging des ligchaams tot verlustiging, als men oudtijds bij het worstelen, wedloopen, kaatsen, enz. maakte, en als de dartelende jeugd hedendaags nog dikwijls maakt: hij was bij de Olijmpische spelen overwinnaar in het worstelperk. De spelen der kinderen vervrolijken hen niet alleen maar ontwikkelen ook hunne ligchaamsvermogens. Evenveel welke andere verlustiging, zoo als het geklank van speeltuigen, in de zamenstell.: klokkenspel, rinkelspel, snarenspel, enz.; in: met slaande trom en klinkend spel, en bij Vond. in: het spel bleef steken. De kunstgrepen van eenen goochelaar: de kunstenaar werd in zijn spel gestoord. De potsen van eenen hansworst, en dergelijke volksverlustigingen: die onzedelijke spelen moesten niet geduld worden. De plaats, waar men zulke spelen aanregt: het spel van de vier kroonen. Het spel van Jan Klaassen, enz. De plaats, waar men zich met het gezigt van andere dingen verlustigt: het spel van de wassen beelden, van den glasblazer, van salomons tempel, enz. Eene kunstmatige nabootsing van menschelijke bedrijven: welk spel wordt er in den schouwburg gespeeld? Een blijeindend spel. Eene min of meer kunstmatige verlustiging met dobbelsteenen, speelkaarten, damschijven, schaakstukken, bil-

[pagina 556]
[p. 556]

jardballen, enz.: ik heb tweederlei spel op de kaart gespeeld. Eene zoogenoemde partij van een of ander van die spelen: het spel is haast uit. Laten wij nog een spelletje spelen. Zulk eene verzameling van werktuigen, waarvan men zich bij eene en andere verlustiging bedient, als daartoe noodig is: een vol spel damschijven. Drie spelen, of, gelijk in de zamenleving gezegd wordt, drie spellen kaarten. Ik bragt hem een spel looden soldaten en ruiters mede. Het spel is in orde, beteekent, figuurlijk, alles is bijeen, wat er tot eenige zaak noodig is. Het spel is uit, de zaak is afgedaan. Mede in het spel komen, aan eenig bedrijf deel nemen. Ergens een spel van maken, daarmede spotten. Een spel voor iemand is het voorwerp van zijne spotternij. Een spel van winden en golven noemt men een schip, dat daardoor geslingerd wordt. Het spel breken, bederven is eenige verlustiging, of eenige andere onderneming, verhinderen. Veel spels maken, is, het iemand anders door veel tegenstribbeling moeijelijk maken. Een slecht spel, is, een slecht bedrijf, of een ongunstig stel kaarten. Mijn spel, of, zoo als men gemeenlijk zegt, mijn spul, deugt niet, is, dikwijls, mijn gereedschap is ontoereikende tot het voorgenomen bedrijf. Zijne spellen, of spullen, opkramen, is, zulks ten aanzien van zijn gereedschap en meer andere dingen doen. Men berokkent mij daar een mooi spelletje, of spulletje, men haalt mij daar veel moeite op den hals. Van hier de zamenstell.: spelbreker, enz. Apenspel, biljardspel, blijspel, breekspel, damspel, dobbelspel, eeuwspel, fluitspel, goochelspel, kaartspel, kamerspel, kattenspel, kegelspel, kinderspel, klokkenspel, klootspel, kluchtspel, knikkerspel, loterijspel, luitspel, minnespel, naspel, oefenspel, omberspel, pachtspel, pandspel, poppenspel, potsenspel, renspel, rijfelspel, schaakspel, schietspel, schouwspel, snarenspel, tegenspel, tooneelspel, treurspel, trokspel, voorspel, zinnespel, enz.

Spel, of spul, hoogd. spiel, neders. spel, komt van spelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken