Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Spiegelen]

SPIEGELEN, wederk. w., gelijkvl. Ik spiegelde, heb gespiegeld. Zich in eenen spiegel bekijken, of in iets anders, waarin men zulks eveneens doen kan: Narcissus spiegelde zich in het heldere fonteinwater. De plaat is zoo glad, dat men zich daarin spiegelen kan. Zijn beeld in eenen spiegel, of iets desgelijks daarstellen: de boom spiegelt zich in het beekje, dat hij beschaduwt. Voorts is zich aan eenig ding spiegelen zich daardoor tot navolging laten opwekken, of van navolging laten afschrikken: spieghelen aen anderen. Kil. Hij spiegelt zich zacht, die zich aan anderen spiegelt, het valt gemakkelijker, door eens anders, dan door eigene, schade en schande van het kwaad te worden afgeschrikt. Ergens mede spiegelen, of, eigenlijk, de zonnestralen van zulk een ding terug kaatsen, zulk een ding doen blinken; oneigenlijk, met zulk een ding onder iemands oogen pralen: zij spiegelt daarmede al te veel in het oog van haar zusje. Van hier gespiegel, spiegeling.

Spiegelen, hoogd. spiegeln, neders. spegeln, vries. spegelje, komt van spiegel.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken