Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Spinnen]

SPINNEN, bedr. w., ongelijkvl. Ik spon, heb gesponnen. Draden vormen: de spinnekop begaf zich op nieuw aan het spinnen. Gij spint al te grove draden. Uit draden vormen: de zijdeworm spint zijn eigen graf. Allerlei garen spinnen, tot draden vormen: men noodzaakt de tuchtelingen in het spinhuis, om wol te spinnen. Vlas, werk, hennip, zijde, spinnen. Spreekw. hij zal er geene zijde bij spinnen, hij zal er geen voordeel bij behalen. Hij zal daarvan geen goed garen spinnen, hij zal daarvan geen goed werk maken. Floers spinnen, naijverig zijn. Zijnen strop spinnen, naar de galg dingen. Voorts is tabak spinnen tabaksbladen op eene bekende wijze in een draaijen, en hooi spinnen, daarvan in een gedraaide bossen vormen. Van de katten zegt men, dat zij spinnen, wanneer zij soortgelijk een gesnor verwekken, als dat van een spinnewiel. Ein-

[pagina 574]
[p. 574]

delijk wordt wijn gezegd te spinnen, wanneer die begint te werken. Aardig gebruikt Vond. dit woord van de menschelijke voortteling: Troostze dan, die zieltjes spinnen. Van hier gespin, spil, indien het uit spindel zamengetrokken is; zie spil; spin, spinner, spinnerij, spinsel, spinster. Zamenstell.: spinhoer, bij Kil. evenveel, als spin en spinnekop, spinhuis, spinkorfken, Kil. - spinnekop, spinnewiel, spinrokken, spinvodde, een slecht vrouwspersoon, spinvoeten, met de voeten spartelen, zoo als een stervend dier, spinzijde, enz. Afspinnen, bespinnen, doorspinnen, inspinnen, ontspinnen, uitspinnen, verspinnen, enz.

Spinnen, neders., hoogd., Ottfrid. ook spinnen, Ulphil., angels. spinnan, zweed., ijsl. spinna, deen. spinde, eng. spin, is een zeer oud woord van eenen noordschen oorsprong.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken