Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S (1807-1810)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S
Afbeelding van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. SToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (3.95 MB)

Scans (14.34 MB)

ebook (5.36 MB)

XML (2.62 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

woordenboek / lexicon


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsch taalkundig woordenboek. P-R. S

(1807-1810)–P. Weiland–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

[Stamelen]

STAMELEN, stameren, onz. w., gelijkvl. Ik stamelde, heb gestameld. De woorden, die men uiten wil, hakkelen, of derzelver lettergrepen met merkelijke tusschenpoozingen, en dikwijls ook met herhaling van eene en dezelfde syllabe, uitspreken; het zij uit wezenlijk onvermogen, het zij uit hevige gemoedsbeweging: zekere Koning van Frankrijk stamelde zoo geweldig, dat men hem den stamelaar noemde. Der stamerender tonge sal haestelic spreken. Bijb. 1477. Gij hebt het vast gedaan, dat hoor ik aan uw stamelen. Ook wel eens, over het algemeen, gebrekkig spreken: het lieve kind begint al te stamelen. In eenen bedrijvenden zin, iets gebrekkig voortbrengen: hare stervende tong stamelde nog de hartelijkste gebeden

[pagina 638]
[p. 638]

voor u. Van hier stamelaar, stameling. Zamenstell.: stamelbek, stamelbout, bij Kil. stamelbold, stamelkees, stameltaal, enz. Nastamelen, toestamelen, uitstamelen, voorstamelen, enz.

Stamelen, hoogd. stammeln, zweed. stamma, angels. stomettan, eng. stammer, vries. stammeren, heeft zijne beteekenis aan zijnen klank te danken.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken